Laminaat als vloerbedekking bestaat meestal uit drie tot vier lagen:
Een kunststof onderlaag
Een drager
Een laagje bedrukt papier (bedrukt met een houtstructuur)
Een kunststof toplaag
Er zijn vier typen laminaatvloeren:
DPL - Direct Pressed Laminate – de opbouw zoals boven beschreven
HPL - High Pressured Laminate – de opbouw is zoals hierboven beschreven, met uitzondering van de toplaag, deze bestaat uit meerdere afzonderlijk geperste melaminelagen
CPL - Continious Pressed Laminate - opbouw zoals bij HPL, maar de toplaag is iets dunner
DLP - Direct Laminate Printing - hierbij ontbreekt in de opbouw de bedrukte decorlaag. In plaats hiervan wordt de hdf-dragerplaat bedrukt en vervolgens afgewerkt met de toplaag
Laminaat als vloerbedekking bestaat meestal uit drie tot vier lagen:
Een kunststof onderlaag
Een drager
Een laagje bedrukt papier (bedrukt met een houtstructuur)
Een kunststof toplaag
Er zijn vier typen laminaatvloeren:
DPL - Direct Pressed Laminate – de opbouw zoals boven beschreven
HPL - High Pressured Laminate – de opbouw is zoals hierboven beschreven, met uitzondering van de toplaag, deze bestaat uit meerdere afzonderlijk geperste melaminelagen
CPL - Continious Pressed Laminate - opbouw zoals bij HPL, maar de toplaag is iets dunner
DLP - Direct Laminate Printing - hierbij ontbreekt in de opbouw de bedrukte decorlaag. In plaats hiervan wordt de hdf-dragerplaat bedrukt en vervolgens afgewerkt met de toplaag
Omdat de onderlaag van laminaat is gemaakt van o.a. hout, heeft dit een natuurlijke werking (krimpen en uitzetten). Daarom is het belangrijk dat elke vloer minimaal 1 cm vrij wordt gelegd van randen (denk aan muren, drempels etc.). Om deze ruimte af te dekken kan er gebruik worden gemaakt van plakplinten.
De meest voorkomende manier van leggen is wildverband, andere legpatronen zoals halfsteensverband kunnen ook worden gebruikt. Het voordeel van wildverband is dat het deel dat aan het eind van een baan overblijft, weer gebruikt kan worden om een nieuwe baan mee te beginnen. Hierdoor is er minimaal snij- of zaagverlies.
Bij kliklaminaat worden de delen van de eerste rij alleen met de kopse kanten in elkaar geklikt. Afhankelijk van de soort klikverbinding worden vanaf de tweede rij de delen volgens de bij het laminaat behorende leginstructie in elkaar geklikt.